view etc/TUTORIAL.nl @ 59855:e1f57074406e

(get-upcase-table): New function. (copy-case-table): Copy upcaes table too if non-nil. (set-case-syntax-delims): Maintain upcase table too. (set-case-syntax-pair): Likewise. (set-upcase-syntax, set-downcase-syntax): New functions. (set-case-syntax): Maintain upcase table too.
author Kenichi Handa <handa@m17n.org>
date Wed, 02 Feb 2005 00:57:07 +0000
parents 0d43dbf12c98
children 1fb3f7454c32 cb67264d6096
line wrap: on
line source

Copyright (c) 1985, 2004, 2005 Free Software Foundation, Inc;  Zie de voorwaarden onderaan.
Je leest nu de Emacs-inleiding, zoals vertaald door Pieter Schoenmakers.

De meeste Emacs-commando's gebruiken de CONTROL-toets (soms CTRL of CTL
genaamd) en/of de META-toets (soms genaamd EDIT of ALT).  In plaats van
steeds de volledige naam te noemen, gebruiken we de volgende afkortingen:

 C-<ltr>  betekent: houd de CONTROL-toets ingedrukt en tik de toets <ltr>
	  Dus C-f wordt: houd de CONTROL-toets ingedrukt en tik f.
 M-<ltr>  betekent: houd de META-, EDIT- of ALT-toets ingedrukt en tik de
	  toets <chr>.  Als er geen toets META, EDIT of ALT is, kun je ook
	  eerst de ESC-toets tikken, gevolgd door <ltr>.  We verwijzen naar
	  de ESC toets als <ESC>.

BELANGRIJK: om Emacs te verlaten, tik C-x C-c (twee tekens).
De tekens ">>" tegen de linkerkantlijn nodigen je uit om een
bepaald commando te proberen.  Bijvoorbeeld:
<<Blank lines inserted here by startup of help-with-tutorial>>
>>  Tik nu C-v (volgend scherm) om naar het volgende scherm te gaan.
	(Geef nu het commando door de CONTROL-toets ingedrukt te houden
	terwijl je de v tikt.)
	Vanaf nu moet je dit steeds herhalen als je klaar bent met het
	lezen van een scherm.

Merk op dat er een overlapping van twee regels is als je van een scherm naar
het volgende gaat; dat zorgt voor continuïteit bij het lezen van 
de tekst.

Het eerste wat je moet weten, is hoe je je naar verschillende plaatsen in de
tekst kan bewegen.  Je weet al hoe je een scherm vooruit moet gaan: met
C-v.  Om een scherm terug te gaan, tik je M-v (houd de META-toets ingedrukt
en tik v, of tik <ESC>-v als je geen META, EDIT of ALT toets hebt).

>>  Probeer nu een paar keer M-v, steeds gevolgd door C-v.


* SAMENVATTING
--------------

De volgende commando's zijn handig om volledige schermen te bekijken:

	C-v	ga een scherm vooruit
	M-v	ga een scherm terug
	C-l	maak het scherm schoon en teken alle tekst
		 opnieuw, waarbij de regel waarop de cursor
		 staat, op het midden van het scherm terecht
		 komt.  (C-l is CONTROL-L, niet CONTROL-1.)

>> Kijk waar de cursor staat, en onthoud de tekst errond.
   Tik C-l.
   Zoek de cursor en merk op dat hij nog steeds bij dezelfde tekst staat.


* BASISCOMMANDO'S CURSORBEWEGINGEN
----------------------------------

Het is handig om je per scherm te bewegen, maar hoe beweeg je je nu
naar een specifieke plaats op het scherm?

Er is een aantal manieren waarop je dit kan doen.  Je kan de
pijltjestoetsen gebruiken, maar het is efficïenter om je handen in de
standaardhouding te laten, en de commando's C-p, C-b, C-f en C-n te
gebruiken.  Elk van deze commando's 
verplaatst de cursor precies een regel of teken in een bepaalde richting
op het scherm.  Hier volgt een figuur met de vier commando's en de
richting waarin ze de cursor bewegen:

			  vorige regel, C-p
				  :
				  :
    achteruit, C-b .... huidige cursorpositie .... vooruit, C-f
				  :
				  :
			 volgende regel, C-n

>> Verplaats, met C-n of C-p, de cursor naar de middelste regel van
   de figuur.  Tik dan C-l om de hele figuur in het midden van het
   centrum te plaatsen.

Met een beetje kennis van het Engels zijn deze commando's gemakkelijk te
onthouden: de p komt van "previous" (vorige), de n van "next" (volgende), de
b van "backward" (achteruit) en de f van "forward" (vooruit).  Dit zijn de
basiscommando's om de cursor te bewegen, dus je zult ze VOORTDUREND
gebruiken: het is vooruitziend als je ze nu leert te gebruiken.

>> Tik een paar keer C-n om de cursor op deze regel te krijgen.

>> Beweeg je binnen de regel met C-f (herhaaldelijk) en terug omhoog met C-p.
   Let op wat C-p doet als de cursor midden in een regel staat.

Elke regel eindigt met een Newline-teken (het Engelse "new line" betekent
"nieuwe regel"); dit teken scheidt elke regel van de volgende.  De laatste
regel in een bestand zou eigenlijk ook met een Newline moeten eindigen (maar dat
is niet noodzakelijk voor Emacs).

>> Probeer C-b aan het begin van een regel.
   De cursor zal zich naar het eind van de vorige regel bewegen,
   omdat je achteruit over het Newline teken gaat.

Net als C-b kan ook C-f zich over Newline-tekens heen bewegen.

>> Tik nog een aantal keren het commando C-b, zodat je een gevoel krijgt waar de
   cursor is.
   Tik dan enkele keren C-f om de cursor terug naar het einde van de regel
   te bewegen.
   Een verder C-f commando beweegt de cursor dan naar de volgende regel.

Wanneer je de cursor voorbij het begin of het einde van het scherm beweegt,
zal de tekst over het scherm heen schuiven.  Dit heet "scrollen", of
"schuiven" in goed Nederlands.  Door te scrollen zorgt Emacs ervoor dat de
cursor de gewenste beweging kan maken zonder dat de cursor van het scherm
af beweegt.

>> Probeer de cursor voorbij de onderkant van het scherm te bewegen met
   C-n en zie wat er gebeurt.

Als de beweging per teken te langzaam gaat, kan je de cursor ook per
woord bewegen.  M-f (META-f) beweegt de cursor een woord vooruit en M-b
een woord achteruit.

>> Tik enkele keren M-f en M-b.

Als je midden in een woord staat, beweegt M-f de cursor naar het eind van
het woord.  Als je op een witte ruimte tussen twee woorden staat, beweegt M-f de
cursor naar het eind van het volgende woord.  Het commando M-b beweegt
de cursor analoog de andere kant op.

>> Tik enkele keren M-f en M-b en daar tussendoor een paar maal C-f en C-b,
   zodat je ziet wat M-f en M-b doen vanaf bepaalde plaatsen in een
   woord en tussen twee woorden.

Merk op dat er een analogie bestaat tussen enerzijds C-f en C-b en
anderzijds M-f en M-b.  Het is bij veel commando's zo dat META-tekens
gebruikt worden om iets te doen in eenheden van de taal (woorden,
zinnen, alinea's) terwijl Control-tekens te maken hebben met dingen die
los staan van wat je aan het editeren bent (tekens, regels, enz.).

Deze analogie gaat ook op voor regels en zinnen: C-a en C-e bewegen de
cursor naar het begin of eind van een regel, terwijl met M-a,
respectievelijk M-e, de cursor naar het begin, respectievelijk het eind,
van een zin gaat.

>> Tik enkele keren C-a, en dan een enkele keren C-e.
   Tik een paar maal M-a, en dan enkele keren M-e.

Bemerk hoe herhaalde C-a commando's niets doen, terwijl herhaalde M-a
commando's de cursor steeds een zin achteruit bewegen.  Alhoewel ze niet volledig
overeenkomen, is het gedrag van beide heel natuurlijk.

De plaats van de cursor in de tekst wordt "punt" genoemd (zonder
lidwoord, "point" in het Engels).  Anders gezegd: de cursor laat op het
scherm de plek zien waar punt in de tekst staat.

Nu volgt een samenvatting van eenvoudige cursorbewegingen,
met inbegrip van de commando's die de cursor per woord of zin bewegen:

	C-f	ga een teken vooruit
	C-b	ga een teken achteruit

	M-f	ga een woord vooruit
	M-b	ga een woord achteruit

	C-n	ga naar de volgende regel
	C-p	ga naar de vorige regel

	C-a	ga naar het begin van de regel
	C-e	ga naar het eind van de regel

	M-a	ga terug naar het begin van de zin
	M-e	ga vooruit naar het eind van de zin

>> Probeer al deze commando's een paar keer als oefening.
   Deze commando's worden het vaakst gebruikt.

Er zijn nog twee belangrijke cursorbewegingen: M-<
(META kleiner-dan) beweegt de cursor naar het begin van het bestand,
en M-> (META groter-dan) beweegt hem naar het eind.

Op de meeste toetsenborden zit de '<' boven de komma, zodat je de
Shift-toets (ook wel bekend als de hoofdlettertoets) moet gebruiken om het
'<'-teken in te tikken.  Op deze toetsenborden moet je ook de shift
gebruiken om M-< in te tikken: zonder shift zou je M-, (META komma) tikken.

>> Tik nu M-< om naar het begin van dit bestand te gaan.
   Gebruik daarna C-v om hier weer terug te komen.

>> Tik nu M-> om naar het eind van het bestand te springen.
   Gebruik daarna M-v om hier weer terug te komen.

Als je toetsenbord pijltjestoetsen heeft, kan je die ook gebruiken om de
cursor te verplaatsen.  We raden je aan om C-b, C-f, C-n en C-p
te leren, om drie redenen.  Ten eerste werken ze op alle 
toetsenborden, ook die zonder pijltjestoetsen.  Ten tweede zul je merken
dat wanneer je eenmaal wat ervaring hebt opgedaan in de omgang met 
Emacs, het gebruik van de CTRL-tekens sneller is dan werken met de 
pijltjestoetsen (omdat je handen in de normale tikpositie kunnen blijven).  Ten 
derde, als je eenmaal gewend bent aan deze commando's met CTRL-tekens, 
kan je makkelijk andere gevorderde cursorbewegingscommando's leren.

De meeste Emacs-commando's accepteren een numeriek argument.  Voor de
meeste commando's is dit argument het aantal keren dat het commando
herhaald moet worden.  Je geeft dit numerieke argument aan met C-u en 
vervolgens de cijfers van het getal, vóór het commando.  
Als je toetsenbord een META- (of EDIT- of ALT-) toets hebt, is er ook
een andere manier om het getal aan te geven: tik de cijfers terwijl
je de META toets ingedrukt houdt.  We raden je aan de C-u manier te
leren omdat die beschikbaar is op elke terminal.

Bijvoorbeeld, C-u 8 C-f beweegt de cursor 8 plaatsen naar voren.

>> Probeer eens om met C-n of C-p en een numeriek argument de cursor
   met slechts een commando naar een regel in de buurt van deze zin te
   bewegen.

Voor de meeste commando's is het numerieke argument het aantal keren dat
het commando herhaald moet worden.  Voor sommige commando's  betekent het
echter iets anders.  Verschillende commando's (die je totnogtoe niet 
geleerd hebt) gebruiken het als een vlag -- de aanwezigheid van een 
prefix-argument, ongeacht zijn waarde, maakt dat het commando iets anders
doet.

C-v en M-v vormen een andere uitzondering.  Met een numeriek
argument verschuiven deze commando's de tekst het aangegeven aantal regels
in plaats van (bijna) een heel scherm.  Bijvoorbeeld, C-u 4 C-v verschuift
de tekst 4 regels.

>> Probeer nu C-u 8 C-v.

Daarmee zou je tekst 8 regels opgeschoven moeten zijn.  Als je terug
omlaag wil scrollen, kan je M-v een argument geven.

Als je een scherm met vensters gebruikt, zoals X Windows of MS-Windows,
zou je een grote rechthoek moeten zien aan de linkerkant van het
Emacs-venster.  Deze rechthoek heet een schuifbalk ("scrollbar").  Je kan
de tekst scrollen door met de muis in de schuifbalk te klikken.

>> Klik met de middelste muisknop bovenaan het heldere gebied in de
   schuifbalk.  Dit zou de tekst moeten verschuiven naar een positie die
   afhankelijk is van hoe hoog of laag je klikt.

>> Beweeg de muis op en neer terwijl je de middelste muisknop ingedrukt
   houdt.  Je zal zien dat de tekst met de muis mee heen en weer scrollt.


* ALS EMACS HANGT
-----------------

Als Emacs niet meer op commando's reageert, kan je het veilig onderbreken
door C-g te tikken.  Je kan C-g gebruiken om een commando te stoppen als
het te lang duurt om uit te voeren.

Je kan C-g ook gebruiken om een numeriek argument te verwijderen of om het
begin van een commando dat je niet wilt afmaken, te verwijderen.

>> Tik nu C-u 100 om een numeriek argument te maken met de waarde 100, en
   tik dan C-g.  Tik vervolgens C-f.  Het zou de cursor maar
   één positie mogen verplaatsen, omdat je het argument verwijderd hebt met C-g.

Als je per ongeluk een <ESC> tikt, kan je dat ongedaan maken met het
commando C-g.


* ONMOGELIJKE COMMANDO'S
------------------------

Sommige Emacs-commando's zijn uitgeschakeld zodat beginnende gebruikers ze
niet per ongeluk kunnen uitvoeren.

Als je een van de uitgeschakelde commando's intikt, laat Emacs uitleg zien
over het commando dat je gegeven hebt, en vraagt of je het werkelijk wil
uitvoeren.

Wanneer je het commando echt wil uitvoeren, tik dan Spatie (de
spatiebalk) als antwoord op de vraag.  Normaal wil je het commando niet
uitvoeren en beantwoord je de vraag met "n" (van "no" of "nee").

>> Tik C-x C-l (een uitgeschakeld commando),
   en tik dan n als antwoord op de vraag.


* VENSTERS
----------

Emacs kan meerdere vensters laten zien, elk venster met zijn eigen tekst.
We zullen later uitleggen hoe je met meerdere vensters om kan gaan.  Op
dit moment willen we slechts uitleggen hoe je van extra vensters af kunt
komen en terug kan keren naar eenvoudig editeren met één venster.  Het is
eenvoudig:

	C-x 1	een enkel venster (dat wil zeggen: verwijder alle andere vensters)

Het commando is CONTROL-x gevolgd door het cijfer 1.  C-x 1 vergroot het
venster waar de cursor in staat tot het hele scherm.  Alle andere vensters
worden verwijderd.

>> Zet de cursor op deze regel en tik C-u 0 C-l.
>> Tik nu Control-h k Control-f.
   Zie hoe dit venster kleiner is geworden, terwijl een nieuw venster verschijnt
   om de documentatie van het Control-f commando te laten zien.

>> Tik nu C-x 1 en zie het documentatievenster verdwijnen.


* TOEVOEGEN EN WEGHALEN
-----------------------

Als je tekst toe wil voegen, tik je die eenvoudigweg in.  Tekens die je
kan zien, zoals A, 7, * en dergelijke, worden door Emacs als tekst
geïnterpreteerd en meteen aan de tekst toegevoegd.  Tik <Return> (de
"volgende regel"-toets) om een Newline toe te voegen en dus een nieuwe
regel te beginnen.

Je kan het laatste teken dat je hebt ingetikt weghalen door <Delback> te tikken.
<Delback> is een toets op het toetsenbord -- dezelfde toets die je normaal
gesproken gebruikt, buiten Emacs, om het laatst ingetikte teken te wissen.
Het is meestal een grote toets, een paar rijen boven de <Return>-toets,
waar "Delete", "Del" of "Backspace" op staat.

Als er op die grote toets "Backspace" staat, dan is dat degene die je
gebruikt voor <Delback>.  Er kan op een andere plaats ook nog een andere
toets zijn waarop "Delete" staat, maar dat is niet <Delback>.

In het algemeen haalt <Delback> het teken weg dat juist voor de cursorpositie
staat.

>> Probeer dit nu: tik een paar letters en haal ze weer weg door een paar
   keer op <Delback> te drukken.  Maak je niet druk over het feit dat dit
   bestand verandert; je zal niets veranderen aan de originele versie van
   deze inleiding.  Je zit slechts je eigen kopie te wijzigen.

Als een regel tekst te lang wordt om helemaal op het scherm getoond
te worden, dan gaat hij verder op de volgende schermregel.  Een backslash
("\") in de rechtermarge (of, als je een scherm met vensters
gebruikt, een kleine gebogen pijl) laat dan zien dat de regel op de
volgende schermregel verder gaat.

>> Voeg nu tekst toe totdat je de rechter kantlijn raakt, en blijf
   toevoegen.  Je zal zien dat er een vervolgregel verschijnt.

>> Tik weer enkele keren <Delback> om zoveel tekens weg te halen tot
   de regel weer op een schermregel past.  De vervolgregel zal verdwijnen.

Je kan een Newline zoals elk ander teken verwijderen.  Als je een Newline
verwijdert, voeg je de twee regels waar de Newline tussen staat samen tot een
enkele regel.  Als de regel die het resultaat is van deze operatie niet op
een schermregel past, zal hij getoond worden met een vervolgregel.

>> Beweeg de cursor naar het begin van een regel en tik <Delback>.  Dit
   voegt de huidige en vorige regel samen.

>> Tik <Return> om de Newline die je net verwijderd hebt weer toe te voegen.

Je herinnert je dat je bij de meeste Emacs-commando's het aantal keren op kan 
geven, dat ze herhaald moeten worden.  Dit geldt ook voor gewone tekens.
Als je een gewoon teken herhaalt, wordt dat teken herhaaldelijk toegevoegd.

>> Probeer dat nu: tik C-u 8 * om ******** toe te voegen.

Je hebt nu de eenvoudigste manier geleerd om iets in Emacs te tikken en fouten te
verbeteren.  Je kan tekst ook per woord of regel verwijderen.  Hier volgt
een samenvatting van de commando's om tekst te verwijderen:

	<Delback>    haal het teken weg dat voor de cursor staat
	C-d   	     haal het teken weg dat achter de cursor staat

	M-<Delback>  verwijder het woord dat voor de cursor staat
	M-d	     verwijder het woord dat achter de cursor staat

	C-k	     verwijder alles van de cursor tot het eind van de regel
	M-k	     verwijder alles van de cursor tot het eind van de zin

Merk op dat <Delback> en C-d, met M-<Delback> en M-d de analogie verder 
trekken, die begon met C-f en M-f  (waarbij we voor het gemak even vergeten dat
<Delback> niet echt een control teken is).  C-k en M-k lijken enigzins op
C-e en M-e in hun relatie tot regels en zinnen.

Als je meer dan een enkel teken tegelijk weghaalt, bewaart Emacs de tekst
die je verwijdert, zodat je hem weer terug kan halen.  Verwijderde tekst
terughalen heet "yanken".  Je kan verwijderde tekst terugbrengen op de
plaats waar je hem hebt verwijderd of op een andere plaats in de tekst.
Je kan ook meerdere keren yanken om er meedere kopieën van te maken.  Het
yank-commando is C-y.

Merk op dat er een verschil is tussen iets weghalen en iets verwijderen:
iets dat je hebt verwijderd, kan je terugbrengen, maar iets dat je hebt
weggehaald niet.  (In het Engels is het verschil tussen "killing" en
"deleting" duidelijker dan tussen de Nederlandse vertalingen "verwijderen" en
"weghalen".)  In het algemeen geldt dat de commando's die meer tekst dan
een enkel teken, Newline of spatie verwijderen, deze tekst bewaren zodat hij
geyankt kan worden, terwijl dat niet geldt voor commando's die slechts een
enkel teken weghalen.

>> Zet de cursor op het begin van een regel die niet leeg is.
   Tik C-k om de tekst op die regel te verwijderen.
>> Tik C-k een tweede keer.  Nu verwijdert dit commando het Newline-teken.

Merk op hoe een enkel C-k commando de inhoud van een regel verwijdert, een
tweede C-k commando de regel zelf zodat alle volgende regels een regel
omhoog komen.  Het numerieke argument is voor C-k bijzonder: het aangegeven 
aantal regels zal worden verwijderd, inclusief de inhoud.  Dit is meer dan
simpelweg herhaling: C-u 2 C-k verwijdert twee regels, terwijl tweemaal
C-k tikken dat niet doet.

Om de laatst verwijderde tekst terug te halen naar de plaats waar de
cursor nu op staat (te yanken), tik C-y.

>> Probeer het nu: tik C-y om de tekst te yanken.

Het is alsof je met C-y iets uit de prullenbak haalt wat je net had
verwijderd.  Merk op dat verschillende C-k's achter elkaar alle regels
die verwijderd worden, bij elkaar bewaart zodat een enkele C-y die regels
in een keer terugbrengt.

>> Probeer het nu: tik C-k een paar keer.

Om de verwijderde tekst terug te halen:

>> Tik C-y.  Beweeg de cursor enkele regels naar beneden en tik weer C-y.
   Je ziet nu hoe je tekst kan kopiëren.

Wat moet je doen als je wat tekst terug wilt brengen, maar je intussen
al iets anders verwijderd hebt?  C-y zou datgene terugbrengen wat je het
recentst hebt verwijderd.  Gelukkig is de voorgaande tekst niet verloren
gegaan.  Je kunt die tekst terughalen met M-y.  Nadat je C-y hebt getikt
om de recentst weggegooide tekst terug te halen, vervangt M-y die tekst
met de tekst die je daarvoor had weggegooid.  Je kunt M-y herhalen om
tekst terug te halen die je al langer geleden hebt weggegooid.  Als
je de tekst te pakken hebt die je zocht, hoef je niets te doen om die
daar te houden.  Je kan gewoon verder werken en de teruggehaalde tekst
met rust laten.

Als je M-y vaak genoeg tikt kom je terug waar je begon, bij de laatst
verwijderde tekst.

>> Verwijder een regel, beweeg de cursor wat, en verwijder nog een regel.
   Tik C-y om de tweede regel die je verwijderde, terug te halen.
   Tik nog een M-y en die regel wordt vervangen door de eerste regel
   die je verwijderde.
   Tik nog enkele keren M-y en zie wat er langs komt.  Herhaal dit tot de
   tweede regel weer langs komt, en dan nog een paar keer.
   Je kan ook experimenteren met positieve en negatieve argumenten bij
   M-y.


* HERSTELLEN
------------

Als je de tekst veranderd hebt en je daar toch niet tevreden mee bent,
dan kan je de verandering ongedaan maken met het herstelcommando, C-x u.

Normaal gesproken herstelt C-x u de veranderingen die het gevolg zijn van
een enkel commando; door herhaaldelijk C-x u te tikken, worden steeds
eerdere commando's hersteld.

Er zijn echter twee uitzonderingen: commando's die de tekst niet wijzigen,
zoals cursorbewegingen, worden overgeslagen, en commando's die simpelweg
het ingetikte teken aan de tekst toevoegen, worden meestal gegroepeerd
in groepjes van maximaal 20 tekens, zodat je minder vaak het commando
C-x u hoeft te tikken om teksttoevoegingen te herstellen.

>> Gooi deze regel weg met C-k; met C-x u zou hij weer moeten verschijnen.

C-_ is een alternatief voor C-x u.  Het levert exact hetzelfde resultaat
op, maar is makkelijker om een paar keer achter elkaar te tikken.  Een
nadeel van C-_ is dat op sommige toetsenborden het intikken ervan niet
gebruiksvriendelijk is.  Dat is ook de reden voor het alternatief, C-x u.
Op sommige terminals kan je C-_ tikken door "/" te tikken terwijl je de
CONTROL-toets ingedrukt houdt.

Een numeriek argument bij C-_ of C-x u duidt het aantal herhalingen aan.


* BESTANDEN
-----------

Om een tekst die je gemaakt of veranderd hebt op te slaan, moet je de tekst
in een bestand stoppen ("to save a file" in het Engels).  Als je dat niet
doet, ben je die veranderingen kwijt op het moment dat je Emacs verlaat.
Je kan een bestand veranderen door het bestand te "bezoeken".  (Ook wel
"vinden"; "finding" of "visiting" in het Engels.)

Een bestand bezoeken betekent dat je de inhoud van dat bestand in
Emacs ziet.  Het lijkt er dan op alsof je het bestand aan het veranderen
bent.  Deze veranderingen zijn echter slechts tijdelijk zolang je het
bestand niet opslaat.  Op deze manier kan je nooit per ongeluk een half
gewijzigd bestand op het systeem achterlaten.  Zelfs als je het bestand
opslaat, zorgt Emacs ervoor dat het originele bestand onder een gewijzigde
naam nog steeds beschikbaar is, voor het geval je later besluit dat de
veranderingen toch niet zo goed waren.

Bij de onderkant van het scherm zie je een regel die begint en 
eindigt met streepjes, met aan het begin "--:-- TUTORIAL.nl" of iets
dergelijks.  Dit deel van het scherm laat normaal de naam van het bestand
zien dat je op dat moment bezoekt.  Op dit moment bezoek je een bestand
dat "TUTORIAL.nl" heet; het is je eigen kopie van de Nederlandstalige
Emacs-inleiding ("tutorial" in het Engels).  Als je in Emacs een bestand
bezoekt dan staat de naam van het bestand altijd op deze plaats.

De commando's om een bestand te bezoeken of op te slaan zijn anders dan de
commando's die je tot nu toe geleerd hebt; ze bestaan namelijk uit twee
tekens.  Beide commando's beginnen met het teken Control-x.  Er zijn een
heleboel commando's die met Control-x beginnen.  Veel van die commando's
hebben te maken met bestanden, buffers, en gelijkaardige dingen.
Dergelijke commando's bestaan uit twee, drie of vier tekens.

Nog iets bijzonders aan het commando om een bestand te bezoeken, is dat je
aan moet geven welk bestand je wil.  Dit heet dat het commando "een
argument van de gebruiker vraagt"; in dit geval de naam van het bestand.
Nadat je het commando

	C-x C-f		bezoek bestand (met de f van "find file")

hebt getikt vraagt Emacs om de naam van het bestand.  De naam die je
intikt verschijnt op de onderste regel van het scherm.  Wanneer die regel
voor dit soort invoer gebruikt wordt, heet hij de minibuffer.  Je kan gewone
Emacs commando's gebruiken om de bestandsnaam te veranderen.

Tijdens het invoeren van de bestandsnaam (of om het even welke
invoer in de minibuffer) kan je het commando afbreken met C-g.

>> Tik C-x C-f gevolgd door C-g.  Dit commando breekt de minibuffer af en
   ook het C-x C-f commando dat van de minibuffer gebruik maakte.
   Het resultaat is dat je geen bestand bezoekt.

Als je de naam van een bestand hebt ingevoerd, tik dan <Return> om het
commando af te sluiten.  Hierna gaat het C-x C-f commando aan het werk en haalt
het bestand op dat je aangegeven hebt.  Als het C-x C-f commando daarmee
klaar is, verdwijnt de minibuffer.

Na korte tijd verschijnt de inhoud van het bestand op het scherm en kan
je de inhoud wijzigen.  Als je de wijzigingen op wilt slaan, tik dan het
commando

	C-x C-s   sla bestand op (met de s van "save file")

Dit commando slaat de tekst zoals Emacs die nu heeft in het bestand op. 
De eerste keer dat je dit doet, slaat Emacs het originele bestand onder een
andere naam op, zodat het niet verloren gaat.  De nieuwe naam bestaat uit de
oude bestandsnaam gevolgd door een "~".

Als Emacs het bestand heeft opgeslagen, laat het de naam van het
bestand zien.  Het is een goede gewoonte een bestand regelmatig te op te slaan
zodat er niet teveel werk verloren gaat als het systeem hangt of crasht.

>> Tik C-x C-s, om je kopie van deze inleiding op te slaan.  Als het goed is
   verschijnt "Wrote ...TUTORIAL" op de onderste schermregel.

OPMERKING: Op sommige systemen gebeurt er helemaal niets als je C-x C-s
tikt, en daarna ook niets meer.  Dit komt door een eigenschap van de
machine waarop je werkt die te maken heeft met "flow control".  Met C-s
stopt de "flow" en komt niets meer van wat je tikt bij Emacs terecht.  Om
deze situatie te herstellen, tik C-q.  Lees daarna het hoofdstuk
"Spontaneous Entry to Incremental Search" in het Emacs-handboek over hoe
je moet omgaan met deze situatie.

Je kan een bestaand bestand bezoeken om het te bekijken of het te
wijzigen.  Je kan ook een bestand bezoeken dat nog niet bestaat.  Dit is
de manier om met Emacs een nieuw bestand te maken: bezoek het bestand, dat
eerst leeg zal zijn, en voeg tekst toe.  Zodra je de tekst opslaat, wordt
het bestand werkelijk gecreëerd, met de tekst als inhoud.  Vanaf dat
moment ben je dus bezig met een bestaand bestand.


* BUFFERS
---------

Als je een tweede bestand bezoekt met C-x C-f, blijft het eerste bestand
gewoon in Emacs.  Je kan naar dat bestand terug door het gewoon nog een
keer te bezoeken met C-x C-f.  Op deze manier kan je een behoorlijk aantal
bestanden in Emacs krijgen.

>> Creëer een bestand dat "foo" heet door te tikken: C-f C-f foo
   <Return>.  Voeg hieraan wat tekst toe, wijzig hem, en sla "foo" op
   door C-x C-s te tikken.  Tik hierna C-x C-f TUTORIAL <Return> om
   weer hier, in de inleiding, terug te komen.

Emacs bewaart intern de tekst van elk bestand in een ding dat een "buffer"
genoemd wordt.  Als je een bestand bezoekt wordt er een nieuwe buffer
gemaakt.  Om een lijst van de huidige buffers te zien, tik

	C-x C-b   laat de bufferlijst zien

>> Probeer C-x C-b nu.

Bemerk dat elke buffer een naam heeft en mogelijk ook een bestandsnaam; dit
is de naam van het bestand waarmee de buffer overeenkomt.  Sommige buffers
hebben niets met een bestand te maken.  Bijvoorbeeld, de buffer die
"*Buffer List*" heet heeft geen bestand.  Die buffer is de buffer die de
lijst bevat die door C-x C-b gemaakt wordt.  ALLE tekst die je in een
Emacs venster ziet is altijd onderdeel van een of andere buffer.

>> Tik C-x 1 om de bufferlijst te verwijderen.

Als je de tekst van het ene bestand verandert en dan een ander bestand
bezoekt, wordt het eerste bestand niet opgeslagen.  De wijzigingen blijven
in Emacs, in de buffer die bij het bestand hoort.  Het creëren of
veranderen van de buffer van het tweede bestand heeft geen effect op de
eerste buffer.  Dit is erg nuttig, maar betekent ook dat er een eenvoudige
manier nodig is om het eerste bestand te bewaren.  Het zou erg vervelend
zijn om er eerst naar terug te moeten gaan met C-x C-f om het dan te
kunnen bewaren met C-x C-s.  Dus hebben we het commando:

	C-x s	  sla een paar buffers op

C-x s vraagt voor elke buffer die veranderingen heeft die nog niet
opgeslagen zijn, of je de buffer wilt bewaren.

>> Voeg wat tekst toe en tik C-x s.
   Emacs vraagt nu of je de buffer die TUTORIAL.nl heet wilt bewaren.
   Beantwoord deze vraag positief door een "y" in te tikken (de y van
   "yes", Engels voor "ja").


* UITGEBREIDE COMMANDO'S
------------------------

Er zijn veel meer Emacs commando's dan er op de toetsen van het
toetsenbord passen, zelfs als we hun aantal kunnen vergroten door de
control of meta toets te gebruiken.  Emacs lost dit probleem op met het X
commando (met de X van eXtensie of uitbreiding).  Het X commando komt voor in
twee smaken:

	C-x	Tekenuitbreiding.  Bevolgd door een teken.
	M-x	Commando-naam-uitbreiding.  Wordt gevolgd door een naam.

Deze commando's zijn in het algemeen nuttig, maar worden minder gebruikt
dan de commando's die je tot nu toe al geleerd hebt.  Je hebt al twee van deze
commando's gezien: C-x C-f om een bestand te bezoeken, en C-x C-s om het
te bewaren.  Een ander voorbeeld is het commando om Emacs te verlaten: dit
is C-x C-c.  (Maak je geen zorgen over het verloren gaan van veranderingen
die niet opgeslagen zijn; C-x C-c vraagt of je veranderde buffers wilt
bewaren voordat Emacs helemaal eindigt.)

C-z is het commando om Emacs *tijdelijk* te verlaten, zodat je daarna weer
terug kan keren in dezelfde Emacs-sessie.

Op systemen die deze mogelijkheid bieden, zet C-z Emacs stil: je komt weer
terug in de shell, maar Emacs is nog aanwezig.  In de meeste shells kan je
Emacs weer activeren met het "fg" commando, of met "%emacs".

Op systemen die niet de mogelijkheid bieden om programma's stil te zetten,
creëert C-z een subshell onder Emacs om je zo in de gelegenheid te
stellen andere programma's uit te voeren en daarna weer in Emacs terug te
keren; Emacs wordt dus niet werkelijk verlaten.  In dit geval is het
shellcommando "exit" de normale manier om de subshell te verlaten en in
Emacs terug te keren.

Het moment om C-x C-c te gebruiken is wanneer je uit gaat loggen.  Het is
ook het juiste commando om Emacs te beëindigen wanneer Emacs opgestart
was door een mail-programma of iets dergelijks, aangezien die misschien
niet met een stilgezette Emacs om kunnen gaan.  Normaal gezien is het
echter beter Emacs stil te zetten met C-z dan om Emacs te verlaten,
behalve als je uit wilt loggen natuurlijk.

Er bestaan vele C-x commando's.  Hier is een lijst van degene die je nu al
kent:

	C-x C-f		bezoek bestand
	C-x C-s		sla bestand op
	C-x C-b		laat bufferlijst zien
	C-x C-c		verlaat Emacs
	C-x u		herstel

Commando-naam-bevelen worden nog minder vaak gebruikt, of alleen onder bepaalde omstandigheden. 
Een voorbeeld is het commando replace-string, dat in de hele tekst een string
vervangt door een andere string ("to replace" betekent "vervangen").
Als je M-x tikt, toont Emacs onderaan het scherm "M-x" en moet je de naam van
het commando intikken, in dit geval "replace-string".  Als je gewoon
"repl s<TAB>" tikt maakt Emacs de naam zelf af.  Beëindig het commando
met <Return>.

Het replace-string commando heeft twee argumenten nodig: de string die
vervangen moet worden en de string waarmee die vervangen moet worden.
Je sluit elk argument af met <Return>.

>> Plaats de cursor op de lege regel twee regels onder deze regel.
   Tik dan M-x repl s<Return>gewijzigd<Return>veranderd<Return>.

   Zie hoe deze regel daardoor gewijzigd is.  Je hebt elk voorkomen van
   het woord g-e-w-i-j-z-i-g-d vervangen door "veranderd"; te beginnen op
   de plek waar de cursor staat.


* AUTOMATISCH BEWAREN
---------------------

Als je een bestand veranderd hebt maar het nog niet opgeslagen hebt, zouden
de veranderingen verloren kunnen gaan als het systeem zou hangen of
herstarten.  Om je hiertegen te beschermen, slaat Emacs regelmatig
de veranderde tekst automatisch op.  De naam van het bestand waarin de
tekst automatisch wordt opgeslagen begint en eindigt met een #.
Bijvoorbeeld, als je het bestand "hello.c" aan het editeren bent, wordt
de tekst automatisch opgeslagen in een bestand dat "#hello.c#" heet.  Zodra
je het bestand werkelijk opslaat, wordt het automatisch opgeslagen bestand
verwijderd.

Als de computer crasht, kan je de automatisch opgeslagen tekst terugkrijgen
door het bestand gewoon te bezoeken (het originele bestand, niet het automatisch
opgeslagen), gevolgd door M-x recover-file<Return>.  Als Emacs vraagt om
bevestiging, antwoord dan met yes<Return> en de automatisch opgeslagen
informatie wordt teruggehaald.


* ECHO-GEBIED
-------------

Als je een commando langzaam intikt, toont Emacs de tekens aan de
onderkant van het scherm in een deel dat het "echo-gebied" genoemd wordt.
Dit gebied omvat de onderste regel van het scherm.


* MODUS-REGEL
-------------

De regel direct boven het echo gebied heet de "modusregel".  De modusregel
ziet er ongeveer zo uit:

--**-Emacs: TUTORIAL.nl       (Fundamental)--68%------------------------

Deze regel geeft interessante informatie over Emacs en de tekst die
je aan het editeren bent.

Je weet al wat de bestandsnaam betekent: het is de naam van het bestand
dat je bezoekt.  -NN%-- geeft je huidige positie in de tekst aan: NN
procent van de tekst bevindt zich boven het scherm.  Als het bestand vanaf
het begin op het scherm staat, staat er --Top-- in plaats van --00%--.
Als het laatste stuk tekst op het scherm staat, zal er --Bot-- staan (van
"bottom", "onderkant" in het Nederlands).  Als de tekst zo klein is dat hij
volledig op het scherm past staat --All-- in de modus-regel.

De sterretjes aan het begin betekenen dat je de tekst veranderd hebt.
Direct na het bezoeken of opslaan staan er gewoon streepjes.

In de modusregel staat tussen haakjes in welke modus je aan het werken
bent.  De standaardmodus is de "Fundamental" modus, die je nu gebruikt
("fundamental" is "basis" in het Nederlands).  Een dergelijke
modus heet een hoofdmodus ("major mode" in het Engels).

Emacs heeft verschillende hoofdmodi.  Sommige daarvan zijn bedoeld voor
het editeren van verschillende talen of soorten tekst, zoals bijvoorbeeld
Lisp modus, Text modus, etc.  Op elk moment is er altijd precies een modus
actief, en de naam daarvan staat in de modusregel, op de plaats waar nu
"Fundamental" staat.

Elke hoofdmodus zorgt ervoor dat sommige commando's zich anders gedragen.
Zo bestaat er een commando om een commentaar in een programma te tikken, en
aangezien elke programmeertaal een ander idee heeft over hoe commentaar
eruit moet zien, moet elke hoofdmodus op een andere manier het commentaar
beginnen.  Elke hoofdmodus is de naam van een uitgebreid commando, en met
dat commando schakel je om naar die hoofdmodus.  Zo is bijvoorbeeld
M-x fundamental-mode het commando om naar de basismodus om te schakelen.

Als je Nederlandse of Engelse tekst wil gaan editeren, zoals bijvoorbeeld
dit bestand, kan je beter "Text mode" gebruiken, de modus om tekst in een
gewone taal te editeren:

>> Tik M-x text-mode<Return>.

Wees gerust; geen van de commando's die je geleerd hebt zorgen voor
grondige veranderingen in Emacs.  Een van de dingen die je kan merken, is
bijvoorbeeld dat M-f en M-b nu apostrofs als onderdeel van een woord
beschouwen.  In de vorige modus (Fundamental) behandelen M-f en M-b de
apostrof als ruimte tussen twee woorden.

Het is gebruikelijk dat hoofdmodi dergelijke subtiele verschillen hebben.
De meeste commando's doen dus min of meer hetzelfde in elke hoofdmodus.

Met het commando C-h m kan je de documentatie over de huidige hoofdmodus
lezen.

>> Gebruik C-u C-v een paar keer om deze zin in de buurt van de bovenkant
   van het scherm te krijgen.
>> Tik C-h m om te zien hoe de tekstmodus verschilt van de basismodus.
>> Tik C-x 1 om de documentatie van het scherm te verwijderen.

Hoofdmodi heten zo omdat er ook bijmodi zijn.  Bijmodi zijn
geen alternatieven voor hoofdmodi; het zijn slechts kleine aanpassingen
daarvan.  Elke bijmodus kan aan- of uitgezet worden, onafhankelijk van
andere bijmodi en onafhankelijk van de hoofdmodus.  Het is dus mogelijk geen bijmodi, één bijmodus
of een willekeurige combinatie van bijmodi te gebruiken.

Een nuttige bijmodus voor het editeren van tekst in een natuurlijke taal,
zoals het Nederlands, is Auto Fill modus ("auto fill" betekent automatisch
uitvullen).  Wanneer deze modus aanstaat, breekt Emacs automatisch een
regel tussen twee woorden af als de regel te lang wordt.

Je kan Auto Fill modus aanzetten met M-x auto-fill-mode<Return>.  Als deze
modus al aanstaat, kan je hem uitzetten met M-x auto-fill-mode<Return>.
Als de modus uitstaat, zet dit commando de modus aan; als ze aanstaat, zet
dit commando de modus uit.  We zeggen dat het commando de modus "schakelt"
("to toggle" in het Engels).

>> Tik nu M-x auto-fill-mode<Return>.  Tik nu vele malen "asdf " op een
   regel zodat je kan zien dat de regel in tweeën gesplitst wordt.  Er
   moeten wel spaties tussen de woorden staan, omdat de Auto Fill modus
   de regel alleen op spaties breekt.

De rechterkantlijn staat meestal op 70 tekens, maar die kan je veranderen
met het C-x f commando.  Dit commando accepteert een numeriek argument
om de gewenste kantlijn te verkrijgen.

>> Tik C-x f met 20 als argument (C-u 20 C-x f).
   Tik wat tekst en zie dat Emacs de regels afbreekt bij 20 tekens.
   Zet de kantlijn nu terug op 70, dus met met C-u 70 C-x f.

Als je de tekst midden in een regel verandert vult Auto Fill modus
de regel niet opnieuw.
Om een alinea opnieuw te vullen, tik M-q (META-q) terwijl de
cursor in de alinea staat.

>> Plaats de cursor in de voorgaande alinea en tik M-q.


* ZOEKEN
--------

Emacs kan tekenreeksen ("strings") zoeken, zowel volgend op
de cursorpositie, als eraan voorafgaand.  Het zoeken naar een string
verplaatst de cursor naar de volgende plaats waar de gezochte string
voorkomt.

Het zoekcommando van Emacs is anders dan de zoekcommando's van de meeste
tekstverwerkers; het zoekt incrementeel.  Dit betekent dat het zoeken
gebeurt tijdens het intikken van de gezochte string.

Het commando om het voorwaarts zoeken te starten is C-s (met de "s" van "to
search", zoeken); C-r start het achterwaarts zoeken (met de "r" van
"reverse" of achteruit).  MAAR WACHT! Probeer ze nu nog niet.

Als je C-s tikt verschijnt de string "I-search" in het echo-gebied.  Dit
betekent dat Emacs bezig is met een "incremental search" (incrementele
zoekopdracht) en wacht op het intikken van de zoekstring.  <RET> beëindigt
het zoeken.

>> Tik nu C-s om het zoeken te starten.  Tik nu, LANGZAAM, één letter per
   keer, het woord "cursor", met een pauze na elke letter zodat je kan
   zien wat er met de cursor gebeurt.  Je hebt nu eenmaal naar het woord
   "cursor" gezocht.
>> Tik nogmaals C-s, om naar het volgende voorkomen van het woord "cursor" te
   zoeken.
>> Tik nu viermaal <Delback> en let op de cursorbewegingen.
>> Tik <RET> om het zoeken te beëindigen.

Zag je wat er gebeurde?  Tijdens incrementeel zoeken probeert Emacs naar
de eerste plek te gaan waar de string staat die je tot dan toe getikt
hebt.  Om naar de volgende plek te gaan, tik je C-s nog een keer.  Als er
geen volgende plek is gevonden, biept Emacs en vertelt je dat de zoekopdracht
niets gevonden heeft ("is failing" in het Engels).  C-g zou het zoeken ook afbreken.

Als je tijdens incrementeel zoeken <Delback> tikt, zal je zien dat het
laatste teken dat je aan de zoekstring toegevoegd hebt, weggehaald wordt en dat het
zoeken teruggaat naar de voorgaande plaats.  Als je bijvoorbeeld begint
met zoeken en je tikt een "c", dan ga je naar de plaats waar de "c" het
eerst voorkomt.  Tik je vervolgens een "u", dan gaat de cursor naar de
plaats waar de string "cu" het eerst voorkomt.  Als je nu <Delback> tikt, dan
wordt de "u" van de zoekstring afgehaald, en gaat de cursor terug naar de
plaats waar hij stond voordat je de "u" intikte, namelijk daar waar "c" het
eerst voorkwam.

Als je tijdens een zoekoperatie een CONTROL- of META-teken intikt, dan
wordt het zoeken beëindigd.  Er zijn een paar uitzonderingen, namelijk
tekens die tijdens zoeken een speciale betekenis hebben, zoals C-s en C-r.

Met C-s begin je te zoeken naar de plaats waar de zoekstring voor het eerst
voorkomt NA de huidige cursorpositie.  Als je iets wilt zoeken dat eerder in
de tekst moet voorkomen, gebruik dan C-r in plaats van C-s.  Alles wat we nu weten
over C-s geldt ook voor C-r, alleen is de zoekrichting omgedraaid.


* MEERDERE VENSTERS
-------------------

Een van Emacs' aardige eigenschappen is dat je meerdere vensters op het
scherm kan laten zien.

>> Zet de cursor op deze regel en tik C-u 0 C-l.

>> Tik C-x 2 om het scherm in twee vensters op te splitsen.
   Beide vensters laten deze inleiding zien; de cursor blijft in het
   bovenste venster.

>> Tik C-M-v om de tekst in het onderste venster te verschuiven.
   (Als je geen META-toets hebt, tik dan ESC C-v.)

>> Tik C-x o (met de o van "other"; "ander" in het Nederlands)
   om de cursor naar het andere venster te verplaatsen.

>> Verschuif de tekst in het onderste venster, met C-v en M-v.
   Zorg ervoor dat je deze inleiding in het bovenste venster leest.

>> Tik weer C-x o om de cursor weer in het bovenste venster
   te zetten.  De cursor staat weer precies op de plaats waar
   hij stond toen je het venster verliet.

Je kan C-x o blijven gebruiken om van venster naar venster te gaan.  Elk
venster heeft zijn eigen cursorpositie; de cursor is altijd enkel zichtbaar
in een daarvan.  Alle normale commando's hebben betrekking op het venster
waarin de cursor staat.  Dit venster is het "geselecteerde venster"
("selected window" in het Engels).

Het C-M-v commando is erg nuttig wanneer je tekst aan het editeren bent in
het ene venster, terwijl je het andere venster als referentie gebruikt.
Je kan de cursor dan altijd in het venster houden waarin je bezig bent,
terwijl je met C-M-v door de tekst in het andere venster loopt.

C-M-v is een voorbeeld van een CONTROL-META teken.  Als je een echte
META-toets hebt kan je C-M-v intikken door zowel CTRL als META ingedrukt te
houden terwijl je v tikt.  Het maakt niet uit in welke volgorde je CTRL en
META indrukt; het gaat erom welke toetsen ingedrukt zijn terwijl je tikt.

Als je geen echte META-toets hebt kan je ESC gebruiken; de volgorde is dan
wel belangrijk.  Je moet dan eerst ESC tikken, gevolgd door CTRL-v;
CTRL-ESC v zal niet werken.  Dit komt doordat ESC zelf een teken is,
terwijl CTRL en META dat niet zijn.

>> Tik C-x 1 (in het bovenste venster) om het onderste venster te laten
   verdwijnen.

(Als je C-x 1 tikt in het onderste venster laat je het bovenste
verdwijnen.  C-x 1 betekent zoveel als "ik wil maar 1 venster,
en wel dat venster waar de cursor nu in staat.")

Hier is nog een manier om twee venster te krijgen die elk een andere tekst
laten zien:

>> Tik C-x 4 C-f gevolgd door de naam van een van je bestanden, gevolgd
   door <Return>.  Het opgegeven bestand zal in het onderste venster
   verschijnen, en de cursor zal in dat venster staan.

>> Tik C-x o om terug naar het bovenste venster te gaan, en C-x 1 om
   het onderste venster te laten verdwijnen.


* RECURSIEVE BEWERKINGSNIVEAUS
------------------------------

Soms kom je in Emacs in een recursief bewerkingsniveau terecht (Engels:
"recursive editing level").  Dit is te zien in de modusregel aan de vierkante
haken die om de haakjes van de naam van de hoofdmodus staan.  Dan staat er
bijvoorbeeld [(Fundamental)] in plaats van (Fundamental).

Tik ESC ESC ESC Om uit een recursief bewerkingsniveau te komen.  Dit is
een algemeen "ontsnappingscommando".  Je kan het ook gebruiken om extra
vensters te verwijderen of om uit de minibuffer te komen.

>> Tik M-x om in een minibuffer te komen, en tik dan ESC ESC ESC
   om er weer uit te komen.

C-g is niet bruikbaar om uit een recursief bewerkingsniveau te komen.  De
reden hiervoor is dat C-g gebruikt wordt om commando's af te breken BINNEN
het recursieve bewerkingsniveau.


* MEER INFORMATIE
-----------------

We hebben geprobeerd je met deze inleiding precies genoeg informatie te leveren
om met Emacs te beginnen werken.  De mogelijkheden van Emacs zijn zo groot dat
het onmogelijk is nu alles uit te leggen.  Het kan zijn dat je meer over
Emacs wil leren omdat het zoveel nuttige mogelijkheden heeft.  Emacs heeft
commando's om documentatie te laten zien over Emacs commando's.  Deze
"helpcommando's" beginnen allemaal met C-h: "het Hulpteken".

Om hulp te krijgen tik je C-h, gevolgd door een teken om aan te duiden
welke hulp je wilt.  Als je het echt niet meer weet, tik C-h ? en Emacs
vertelt welke hulp het allemaal te bieden heeft.  Als je C-h hebt getikt
maar van gedachten veranderd bent, tik je gewoon C-g om het af te breken.

(In sommige installaties wordt de betekenis van C-h veranderd.  Dat is geen goed
idee, zeker als die verandering op alle gebruikers invloed heeft, en is
een geldige reden om je beklag te doen bij de systeembeheerder of de
helpdesk.  Als C-h intussen niet een bericht onderaan het scherm laat zien
over mogelijke hulp, probeer dan de F1 toets (functietoets 1) of gebruik
M-x help RET.)

De eenvoudigste hulp is C-h c.  Tik C-h, het teken "c" en een teken of
uitgebreid commando, en Emacs laat een zeer korte beschrijving van het
commando zien.

>> Tik C-h c Control-p.
   De beschrijving die getoond wordt zou zoiets moeten zijn als

	C-p runs the command previous-line

   (Nederlands: C-p voert het commando previous-line uit.)

Dit commando vertelt je "de naam van de functie".  Functies worden vooral
gebruikt om Emacs uit te breiden of aan de wensen van de gebruiker aan te
passen.  Aangezien functienamen gekozen zijn om aan te geven wat de
functie doet, zijn ze ook geschikt als heel korte documentatie; genoeg om
je te herinneren aan wat de commando's die je al geleerd hebt betekenen.

Uitgebreide commando's zoals C-x C-s en (als je geen META-, EDIT- of
ALT-toets hebt) <ESC> v kunnen ook getikt worden na C-h c.

Om meer informatie over een commando te krijgen, tik C-h k in plaats van
C-h c.

>> Tik C-h k C-p.

Dit laat de documentatie van de functie, inclusief de naam van de functie,
in een apart venster zien.  Als je klaar bent met lezen, tik C-x 1 om van
dat venster af te komen.  Je hoeft dat natuurlijk niet meteen te doen.  Je
kan ook eerst wat anders doen voordat je C-x 1 tikt.

Hier zijn nog wat nuttige mogelijkheden van C-h:

   C-h f	Beschrijf een functie.  Je moet de naam van de functie
		intikken.

>> Tik C-h f previous-line<Return>
   Dit laat alle informatie zien die Emacs heeft over de functie die het
   C-p commando implementeert.

   C-h a	Commando Apropos.  Tik een woord in en Emacs zal een
		lijst van alle commando's laten zien waarin dat woord
		voorkomt.  Al deze commando's kunnen aangeroepen worden
		met M-x.  Bij sommige commando's staat met welke tekens
		dit commando direct uitgevoerd kan worden.

>> Tik C-h a file<Return>.

Dit laat in een ander venster alle M-x commando's zien met "file" in hun
naam.  Je zal teken-commando's zien als C-x C-f naast de overeenkomende
commandonaam zoals find-file.

>> Tik C-M-v herhaaldelijk om de tekst in het hulpvenster te verschuiven.

>> Tik C-x 1 om het hulpvenster te verwijderen.


* CONCLUSIE
-----------

Denk eraan dat je met C-x C-c gebruikt om Emacs te verlaten.  Om tijdelijk
een shell te krijgen en daarna weer in Emacs terug te komen, tik C-z.

De bedoeling van deze inleiding is dat ze begrijpelijk is voor alle nieuwe
Emacs-gebruikers.  Als je dus iets onduidelijks bent tegengekomen, blijf
dan niet zitten en maak jezelf geen verwijten.  Doe je beklag!


* KOPIËREN
-----------

(De Engelse versie van) deze inleiding is voorafgegaan door een lange reeks
van Emacs-inleidingen, die begon met de inleiding die Stuart Cracraft schreef
voor de originele Emacs.  Deze Nederlandse vertaling is gemaakt door
Pieter Schoenmakers <tiggr@ics.ele.tue.nl> op basis van de GNU Emacs 20.2
TUTORIAL, en verbeterd en verbeterd door Frederik Fouvry.

(Wat nu volgt is een vertaling naar het Nederlands van de condities voor
gebruik en verspreiding van deze inleiding.  Deze vertaling is niet
gecontroleerd door een jurist.  Er kunnen derhalve geen rechten aan de
vertaling worden ontleend, en de vertaling wordt gevolgd door het Engelse
origineel.)

Deze versie van de inleiding valt onder copyright, net als GNU Emacs.
Je mag deze inleiding verdelen onder bepaalde voorwaarden:

Copyright (c) 1985, 1996, 1997 Free Software Foundation

   Iedereen mag letterlijke kopieën van dit document, zowel ontvangen als
   verspreiden, op elk medium, vooropgesteld dat de copyrightvermelding en
   de toestemmingsmelding niet veranderd worden en dat de verspreider aan de
   ontvanger dezelfde distributierechten verleent als aan hem verleend
   worden door deze melding.

   Toestemming wordt verleend om veranderde versies van dit document,
   of delen daarvan, te verspreiden, onder bovenstaande voorwaarden,
   vooropgesteld dat ze ook duidelijk vermelden wie als
   laatste veranderingen aangebracht heeft.

De condities voor het kopiëren van Emacs zelf zijn ingewikkelder dan dit,
maar gebaseerd op dezelfde gedachte.  Lees het bestand COPYING en geef
vervolgens kopieën van Emacs aan al je vrienden.  Help bij het uitroeien
van softwarebeschermingspolitiek ("eigendom") door vrije software
te gebruiken, te schrijven en te delen!

(Engels origineel van de copyrightmelding en condities:

This version of the tutorial, like GNU Emacs, is copyrighted, and
comes with permission to distribute copies on certain conditions:

Copyright (c) 1985, 1996 Free Software Foundation

   Permission is granted to anyone to make or distribute verbatim copies
   of this document as received, in any medium, provided that the
   copyright notice and permission notice are preserved,
   and that the distributor grants the recipient permission
   for further redistribution as permitted by this notice.

   Permission is granted to distribute modified versions
   of this document, or of portions of it,
   under the above conditions, provided also that they
   carry prominent notices stating who last altered them.

The conditions for copying Emacs itself are more complex, but in the
same spirit.  Please read the file COPYING and then do give copies of
GNU Emacs to your friends.  Help stamp out software obstructionism
("ownership") by using, writing, and sharing free software!)

;;; Local Variables:
;;;   coding: latin-1
;;; End:

;;; arch-tag: 3399e308-e605-4125-8fbb-b2fe91ac3149